Op naar het gesprek op de camping
Op 4 juli heeft minister Helder het nieuwe programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) gepresenteerd. Technologie en geclusterde woonvormen moeten ertoe gaan bijdragen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Wijkverpleegkundigen gaan niet of minder op de fiets naar hun cliënten toe, maar gaan via beeldbellen helpen met vragen.
Ik denk dat we deze veranderingen zelf ook op het vizier hadden. Hierbij moest ik denken aan het Mercy Virtual Care Center, wat het eerste compleet virtuele ziekenhuis ter wereld was. Dit ziekenhuis heeft 300 werknemers, maar geen fysieke patiënten. Alle patiënten worden dankzij hulpmiddelen aan huis en virtuele coaching geholpen bij hun eigen zorg. De zorg kan ook in samenwerking met één van de eigen ziekenhuizen geboden worden of in partnerschap met andere zorgaanbieders zoals de huisarts van de patiënt. Steeds meer ziekenhuizen in Amerika sluiten contracten af met dit soort tele-geneeskunde bedrijven, om een 24/7 virtual ziekenhuis te worden. Zelfs IC-patiënten worden zo op afstand gemonitord. Het is een geruststelling dat we zelfs acute zorg op afstand veilig kunnen monitoren. Dat zegt echter nog niet dat we het meteen fijn gaan vinden.
In het programma van de minister is ook veel tekst opgenomen over onze eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot ouder worden en jezelf voorbereiden op vraagstukken die daarbij komen kijken. Van ouderdomskwalen tot serieuze beperkingen. En ik voeg daar nog maar eens aan toe: ook doodgaan. In het programma staat dat we de cultuur niet hebben en het dus niet gewend zijn om zelf regie te gaan voeren over deze levensfase. Bijvoorbeeld in de vorm van afstemmen met dierbaren en hen om hulp vragen. Dus zelf zaken regelen en in gang zetten voor wanneer je het niet meer zelfstandig kan. Mensen in mijn omgeving zijn niet verbaasd over deze ontwikkeling en reageren veelal met ‘ik was er al bang voor’.
De formele zorg wordt coachend en ondersteunend in dit proces. Gezien het tempo waarin ons zorgsysteem aan het vastlopen is, zal onze leercurve als samenleving extreem stijl moeten zijn. Hier heb ik zorgen om. Kunnen we nog meer veerkracht vragen van onze zorg- en maatschappelijke systemen om de maatschappij te ondersteunen? Begrijp me niet verkeerd. Ik ben niet tegen, heb geen beter plan en zie ook de noodzaak. Mijn vertrouwen in de overheid als regisseur is echter minimaal want die regie hadden ze tien jaar geleden moeten uitzetten.
Terug naar het nu en onze eigen invloed. Laten we de vakantie eens gebruiken om met onze familie, vrienden en buren te gaan praten over onze toekomst-planning als ‘oudere’. POP’s (persoonlijke ontwikkelplannen) zijn niet meer van deze tijd, maar bij gebrek aan beter wellicht een begin. De oplossingen gaan we niet de komende 6 weken vinden, maar leren om over dit onderwerp te gaan praten is wellicht tijdens een BBQ op de camping makkelijker. Ik ga het gesprek voeren vanuit mijn stek in Italië en ben heel erg benieuwd naar jullie ervaringen.
Deel ze svp dan kunnen we elkaar wellicht inspireren en helpen.
Ik wens je een hele fijne vakantie.
Marita